[NL A1] Preposities van tijd — Selecteer de logische optie

Beschreibung

NT2 Quiz am [NL A1] Preposities van tijd — Selecteer de logische optie, erstellt von Yatalu ⠀ am 01/03/2021.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor fast 4 Jahre
232
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
Ik leer al Nederlands [blank_start]sinds[blank_end] vorig jaar.
Antworten
  • sinds
  • in
  • om
  • op

Frage 2

Frage
Kerstmis is een feestdag [blank_start]in[blank_end] december.
Antworten
  • in
  • om
  • op
  • uit

Frage 3

Frage
We leren elke dag Nederlands [blank_start]van[blank_end] half twaalf tot één uur.
Antworten
  • van
  • sinds
  • al
  • om

Frage 4

Frage
Hij gaat [blank_start]in[blank_end] de zomer op vakantie naar Finland.
Antworten
  • in
  • sinds
  • met
  • op

Frage 5

Frage
Het is nu kwart [blank_start]voor[blank_end] twee. De vergadering begint [blank_start]om[blank_end] twee uur.
Antworten
  • voor
  • over
  • om
  • op
  • om
  • op
  • na
  • naar

Frage 6

Frage
Nieuwjaar is precies een week [blank_start]na[blank_end] Kerstmis.
Antworten
  • na
  • over
  • voor
  • met

Frage 7

Frage
We hebben geen werk [blank_start]op[blank_end] de nationale feestdag.
Antworten
  • op
  • om
  • voor
  • in

Frage 8

Frage
De lente begint [blank_start]in[blank_end] maart.
Antworten
  • in
  • op
  • om
  • met

Frage 9

Frage
Het sneeuwt nog [blank_start]tot[blank_end] zaterdag, drie dagen in totaal.
Antworten
  • tot
  • op
  • met
  • voor

Frage 10

Frage
Sarah werkt daar al [blank_start]sinds[blank_end] 2019.
Antworten
  • sinds
  • van
  • tot
  • in

Frage 11

Frage
Ik werk soms ook [blank_start]in[blank_end] het weekend...
Antworten
  • in
  • op
  • met
  • tot

Frage 12

Frage
Mijn kinderen hebben woensdag les [blank_start]tot[blank_end] 12 uur. [blank_start]In[blank_end] de namiddag zijn ze thuis.
Antworten
  • tot
  • om
  • van
  • sinds
  • In
  • Om
  • 's
  • Op

Frage 13

Frage
Wanneer verjaar jij? — [blank_start]Op[blank_end] 16 mei!
Antworten
  • Op
  • Om
  • Over
  • Met

Frage 14

Frage
Hij heeft geen lunchpauze, dus hij eet niet [blank_start]tot[blank_end] 's avonds.
Antworten
  • tot
  • om
  • in
  • op

Frage 15

Frage
De meeste mensen werken [blank_start]van[blank_end] maandag [blank_start]tot[blank_end] vrijdag.
Antworten
  • van
  • in
  • sinds
  • op
  • tot
  • op
  • van
  • naar

Frage 16

Frage
[blank_start]In[blank_end] de winter is het heel koud.
Antworten
  • In
  • Om
  • Met
  • Op

Frage 17

Frage
Het regent vaak [blank_start]in[blank_end] september en oktober.
Antworten
  • in
  • van
  • op
  • voor

Frage 18

Frage
[blank_start]In[blank_end] november is het 's ochtends regelmatig mistig.
Antworten
  • In
  • Om
  • Op
  • Tot

Frage 19

Frage
— Wanneer komt Tom? — Niet [blank_start]voor[blank_end] zes uur... Hij moet werken [blank_start]tot[blank_end] half zes en het duurt een uur met de auto.
Antworten
  • voor
  • om
  • na
  • in
  • tot
  • met
  • om
  • van

Frage 20

Frage
De lessen beginnen [blank_start]op[blank_end] maandag en eindigen [blank_start]op[blank_end] vrijdag.
Antworten
  • op
  • van
  • om
  • sinds
  • op
  • tot
  • over
  • om
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup): los prefix
Yatalu ⠀
[NL A1] Pronomina: bezittelijk vnw — Noteer het vnw
Yatalu ⠀
[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1/A2] Lidwoorden (artikels) — De of het?
Yatalu ⠀