Question 1
Question
Ik leer al Nederlands [blank_start]sinds[blank_end] vorig jaar.
Question 2
Question
Kerstmis is een feestdag [blank_start]in[blank_end] december.
Question 3
Question
We leren elke dag Nederlands [blank_start]van[blank_end] half twaalf tot één uur.
Question 4
Question
Hij gaat [blank_start]in[blank_end] de zomer op vakantie naar Finland.
Question 5
Question
Het is nu kwart [blank_start]voor[blank_end] twee. De vergadering begint [blank_start]om[blank_end] twee uur.
Answer
-
voor
-
over
-
om
-
op
-
om
-
op
-
na
-
naar
Question 6
Question
Nieuwjaar is precies een week [blank_start]na[blank_end] Kerstmis.
Question 7
Question
We hebben geen werk [blank_start]op[blank_end] de nationale feestdag.
Question 8
Question
De lente begint [blank_start]in[blank_end] maart.
Question 9
Question
Het sneeuwt nog [blank_start]tot[blank_end] zaterdag, drie dagen in totaal.
Question 10
Question
Sarah werkt daar al [blank_start]sinds[blank_end] 2019.
Question 11
Question
Ik werk soms ook [blank_start]in[blank_end] het weekend...
Question 12
Question
Mijn kinderen hebben woensdag les [blank_start]tot[blank_end] 12 uur. [blank_start]In[blank_end] de namiddag zijn ze thuis.
Answer
-
tot
-
om
-
van
-
sinds
-
In
-
Om
-
's
-
Op
Question 13
Question
Wanneer verjaar jij? — [blank_start]Op[blank_end] 16 mei!
Question 14
Question
Hij heeft geen lunchpauze, dus hij eet niet [blank_start]tot[blank_end] 's avonds.
Question 15
Question
De meeste mensen werken [blank_start]van[blank_end] maandag [blank_start]tot[blank_end] vrijdag.
Answer
-
van
-
in
-
sinds
-
op
-
tot
-
op
-
van
-
naar
Question 16
Question
[blank_start]In[blank_end] de winter is het heel koud.
Question 17
Question
Het regent vaak [blank_start]in[blank_end] september en oktober.
Question 18
Question
[blank_start]In[blank_end] november is het 's ochtends regelmatig mistig.
Question 19
Question
— Wanneer komt Tom?
— Niet [blank_start]voor[blank_end] zes uur... Hij moet werken [blank_start]tot[blank_end] half zes en het duurt een uur met de auto.
Answer
-
voor
-
om
-
na
-
in
-
tot
-
met
-
om
-
van
Question 20
Question
De lessen beginnen [blank_start]op[blank_end] maandag en eindigen [blank_start]op[blank_end] vrijdag.
Answer
-
op
-
van
-
om
-
sinds
-
op
-
tot
-
over
-
om