Questão 1
Questão
Welke zin is correct?
(We hebben honger.)
Responda
-
We hebben geen honger.
-
We hebben niet honger.
-
We hebben honger niet.
Questão 2
Questão
Welke zin is correct?
(Jennifer heeft dorst.)
Responda
-
Jennifer heeft geen dorst.
-
Jennifer heeft niet dorst.
-
Jennifer heeft dorst niet.
Questão 3
Questão
Welke zin is correct?
(Lisa is blij.)
Responda
-
Lisa is niet blij.
-
Lisa is geen blij.
-
Lisa is blij niet.
Questão 4
Questão
Welke zin is correct?
(Jullie zijn sympathiek.)
Responda
-
Jullie zijn niet sympathiek.
-
Jullie zijn geen sympathiek.
-
Jullie zijn sympathiek niet.
Questão 5
Questão
Welke zin is correct?
(Heb jij een zus?)
Responda
-
Heb jij geen zus?
-
Heb jij niet zus?
-
Heb jij een zus niet?
Questão 6
Questão
Welke zin is correct?
(Bernard koopt een pen.)
Questão 7
Questão
Welke zin is correct?
(Helene leest een boek.)
Questão 8
Questão
Welke zin is correct?
(Is Catherine timide?)
Responda
-
Is Catherine niet timide?
-
Is Catherine geen timide?
-
Is niet Catherine timide?
Questão 9
Questão
Welke zin is correct?
(We zijn moe.)
Responda
-
We zijn niet moe.
-
We zijn geen moe.
-
We zijn moe niet.
Questão 10
Questão
Welke zin is correct?
(Het zijn studenten.)
Responda
-
Het zijn geen studenten.
-
Het zijn niet studenten.
-
Het zijn studenten niet.
Questão 11
Questão
Welke zin is correct?
(Guy drinkt thee.)
Responda
-
Guy drinkt geen thee.
-
Guy drinkt niet thee.
-
Guy drinkt thee niet.
Questão 12
Questão
Welke zin is correct?
(Anca schrijft een brief.)
Responda
-
Anca schrijft geen brief.
-
Anca schrijft niet brief.
-
Anca schrijft niet een brief.
Questão 13
Questão
Welke zin is correct?
(Arnaud rookt een sigaret.)
Responda
-
Arnaud rookt geen sigaret.
-
Arnaud rookt niet sigaret.
-
Arnaud rookt een sigaret niet.
Questão 14
Questão
Welke zin is correct?
(Mijn zus is gescheiden.)
Responda
-
Mijn zus is niet gescheiden.
-
Mijn zus is geen gescheiden.
-
Mijn zus is gescheiden niet.
Questão 15
Questão
Welke zin is correct?
(Heeft ze kinderen?)
Responda
-
Heeft ze geen kinderen?
-
Heeft ze niet kinderen?
-
Heeft ze kinderen niet?
Questão 16
Questão
Welke zin is correct?
(Ze leest haar e-mails.)
Responda
-
Ze leest haar e-mails niet.
-
Ze leest haar geen e-mails.
-
Ze leest geen haar e-mails.
Questão 17
Questão
Welke zin is correct?
(Hij spreekt.)
Responda
-
Hij spreekt niet.
-
Hij spreekt geen.
-
Hij niet spreekt.
Questão 18
Questão
Welke zin is correct?
(Ana spreekt Arabisch.)
Responda
-
Ana spreekt geen Arabisch.
-
Ana spreekt niet Arabisch.
-
Ana spreekt Arabisch niet.
Questão 19
Questão
Welke zin is correct?
(Ahmet spreekt goed Turks.)
Responda
-
Ahmet spreekt niet goed Turks.
-
Ahmet spreekt goed geen Turks.
-
Ahmet spreekt goed Turks niet.
Questão 20
Questão
Welke zin is correct?
(De kinderen hebben huisdieren.)
Responda
-
De kinderen hebben geen huisdieren.
-
De kinderen hebben niet huisdieren.
-
De kinderen hebben huisdieren niet.
Questão 21
Questão
Welke zin is correct?
(De les is interessant!)
Responda
-
De les is niet interessant!
-
De les is geen interessant!
-
De les is interessant niet!
Questão 22
Questão
Welke zin is correct?
(Ga jij met de bus?)
Responda
-
Ga jij niet met de bus?
-
Ga jij met de bus niet?
-
Ga jij met geen bus?
Questão 23
Questão
Welke zin is correct?
(Dit is onze tante.)
Responda
-
Dit is niet onze tante.
-
Dit is geen onze tante.
-
Dit is onze geen tante.
Questão 24
Questão
Welke zin is correct?
(Mijn broer heeft een vriendin.)
Responda
-
Mijn broer heeft geen vriendin.
-
Mijn broer heeft niet een vriendin.
-
Mijn broer heeft een vriendin niet.
Questão 25
Questão
Welke zin is correct?
(We drinken koffie met melk.)
Responda
-
We drinken geen koffie met melk.
-
We drinken koffie met geen melk.
-
We drinken niet koffie met melk.
Questão 26
Questão
Welke zin is correct?
(Het is twee uur.)
Responda
-
Het is geen twee uur.
-
Het is niet twee uur.
-
Het is twee uur niet.
Questão 27
Questão
Welke zin is correct?
(Cato is veertien jaar oud.)
Responda
-
Cato is geen veertien jaar oud.
-
Cato is niet veertien jaar oud.
-
Cato is veertien jaar niet oud.
Questão 28
Questão
Welke zin is correct?
(Ik apprecieer dat soort muziek.)
Responda
-
Ik apprecieer dat soort muziek niet.
-
Ik apprecieer dat soort geen muziek.
-
Ik apprecieer geen dat soort muziek.
Questão 29
Questão
Welke zin is correct?
(Isabelle heeft tijd.)
Responda
-
Isabelle heeft geen tijd.
-
Isabelle heeft niet tijd.
-
Isabelle heeft tijd niet.
Questão 30
Questão
Welke zin is correct?
(Bent u nog klant?)
Responda
-
Bent u nog geen klant?
-
Bent u nog niet klant?
-
Bent u niet nog klant?
Questão 31
Questão
Welke zin is correct?
(Peter heeft gestudeerd.)
Responda
-
Peter heeft niet gestudeerd.
-
Peter heeft geen gestudeerd.
-
Peter heeft gestudeerd niet.
Questão 32
Questão
Welke zin is correct?
(Ze hebben nog cd's van Jacques Brel.)
Responda
-
Ze hebben nog geen cd's van Jacques Brel.
-
Ze hebben nog niet cd's van Jacques Brel.
-
Ze hebben nog cd's van geen Jacques Brel.
Questão 33
Questão
Welke zin is correct?
(Ik sta op voor 8 uur.)
Responda
-
Ik sta niet op voor 8 uur.
-
Ik sta op niet voor 8 uur.
-
Ik sta op voor geen 8 uur.
Questão 34
Questão
Welke zin is correct?
(Ik vertrek om 6 uur.)
Responda
-
Ik vertrek niet om 6 uur.
-
Ik vertrek om geen 6 uur.
-
Ik vertrek om niet 6 uur.
Questão 35
Questão
Welke zin is correct?
(Ik zie een kat.)
Responda
-
Ik zie geen kat.
-
Ik zie een kat niet.
-
Ik zie niet kat.